Grenzen, begrenzing en beperking

Onlangs verbaasde Sid Lukkassen zich over de vermeende U-bocht die Paul Scheffer zou hebben gemaakt in zijn immigratieverhaal. Het leek er veel op of Scheffer zich voor het kale karretje van “Rutte zoveel” had laten spannen.

Paul Scheffer. Afb: wikipedia / Sebastiaan ter Burg.

Volgens Lukkassen heeft Scheffer geprobeerd het optimisme rond de Troonrede aan te vullen met zijn boodschap dat “het wel meevalt met de bevolkingsverandering” (omvolking zoals dat ook wel wordt genoemd). Omdat ik de boodschap van Paul Scheffer niet heb gelezen en Lukkassen wel, ga ik ervan uit dat hij met zijn reactie op Scheffers uitspraken op het juiste spoor heeft gezeten. Geprikkeld door de reactie ben ik op zoek gegaan naar de gedachtenwereld van Paul Scheffer.

Algemeen aanvaarde en zelfbedachte termen

Voor een consistent gebruik van algemeen aanvaardbare terminologieën is de informatie uit het Migration Report 2018 dat de UN onlangs heeft gepubliceerd het beste vertrekpunt voor het voeren van zinvolle en doelgerichte discussies en debatten. Het rapport is in twee delen gesplitst en omvat zeven hoofdstukken. Het eerste deel presenteert een mondiaal inzicht in de migratieproblematiek incl. geldstromen die vanuit het migratieland lopen naar het herkomstland[1]. Deel 2 bestaat uit zes hoofdstukken waarin experts binnen de gepresenteerde mondiale context hun licht laten schijnen op regionale verschillen en trends opgefleurd met voorbeelden in bepaalde landen. Dit deel schetst een complementair beeld van migranten en migratiestromen in diverse delen van de wereld.

Hoewel het wenselijk is om het rapport stevig te bestuderen en uit de informatie eigen conclusies te trekken, is het gelet op de lengte van dit artikel niet wenselijk en niet mogelijk. Het moet beperkt blijven tot cherry picking waaruit een gewogen voorkeur voor bepaalde onderwerpen en effecten niet vermeden kan worden. In dit artikel wordt die informatie beperkt tot de terminologieën die de UN heeft onderbouwd en relevant zijn voor de identificatie van een persoon of personen die vanuit het thuisland op legale en illegale wijze grenzen overschrijdend naar een migratieland trekken. De UN maakt gelukkig wel onderscheid in vluchteling[2], Intern Displaced Person (IDP)[3] en (arbeid[4] en economische) migrant[5]. Ook maakt de UN in het rapport een duidelijk onderscheid tussen mensenhandel[6] en mensensmokkel[7]. Vergeleken met de terminologieën zoals die in Nederlandse discussies en debatten over het migratievraagstuk worden gevoerd, is dat een hele winst.

In Nederland bedenken politiek correcte politici en asielbewegingen nieuwe termen om een onderbouwing te geven voor mensen die op een illegale manier grenzen overschrijden om zich in Nederland te kunnen bezatten met de inhoud van de staatskas. In de loop der jaren is de identificatie van de migrant een aantal keren gewijzigd om inhoud te geven aan het groeiende PC-denken en doen van de eerder genoemde categorieën. De initiële benaming gastarbeider (jaren ´60 en ´70) veranderde via etnische minderheid (eind jaren´70, begin jaren ´80), allochtoon (1989), nieuwkomer (1998) naar asielzoeker, arbeids- en economische migrant (2000 tot heden). Onlangs heeft een creatieve PC- activist aan de lijst de term klimaatvluchteling gevoegd. Een uitermate onjuiste identificatie en het product van een linkse geest die anderen een schuldgevoel wil aanpraten. Volgens de UN vocabulaire is hier geen sprake van een vluchteling en professor De Lange legt in zijn artikel “klimaatvluchtelingen bestaan niet” op de website opiniez.com uit waarom het voorvoegsel klimaat een uitermate misleidende term is. Het zal m.i. een kwestie van tijd zijn voordat de term omvolkingsmigrant zijn weg binnen de migratiediscussie zal vinden.

Wegkijken en discrimineren

 

In zijn 2000 NRC artikel luidde Scheffers vaststelling aan het einde:

 “Burgers (hij bedoelt de Nederlander die zijn leven heeft afgestemd naar de strekking van de wet en braaf zijn belastingen betaalt) ontlenen momenteel minder rechtszekerheid, sociale bescherming en culturele bevestiging aan de staat. Nu deze hoekstenen van onze tevreden natie zijn gaan schuiven, keren velen zich af van een overheid die zichzelf voortdurend relativeert. De politieke bovenlaag die vroeger over een duidelijke beschavingsmissie beschikte, twijfelt aan zichzelf en verliest meer en meer zijn greep op de maatschappelijke werkelijkheid. Zo kan men de weigering begrijpen van kabinet en parlement voor iedereen zichtbare en vaak gesignaleerde problemen rondom etnische minderheden in Nederland onder ogen te zien. Een parlementair onderzoek naar het immigratie- en integratiebeleid is nodig, want nu worden hele generaties (de bovengenoemde Nederlander die de wet respecteert zijn aandeel in de staatskas contribueert) onder het mom van tolerantie afgeschreven. Het huidige beleid van ruime toelating en beperkte integratie vergroot de ongelijkheid en draagt bij tot een gevoel van vervreemding (van die burger) in de samenleving. De tolerantie (van politiek en bepaalde segmenten van de Nederlandse samenleving) kreunt onder de last van achterstallig onderhoud. Het multiculturele drama dat zich voltrekt is dan ook de grootste bedreiging voor de maatschappelijke vrede (welvaart of verzorgingsstaat, afhankelijk van invalshoek en achtergrond)”.

Scheffer beschrijft perfect de toenmalige en huidige toestand in Nederland: de politiek kijkt weg, ziet een andere realiteit dan de doorsnee Nederlander om zich heen ziet en ervaart; pakt het migratie probleem niet aan, lost niets op en laat de belastingbetalende, de wetten volgende Nederlander in de kou staan. Net als Fortuyn en Bolkestein in de jaren ´90 benadrukte Scheffer in 2000 dat die houding zou resulteren in discriminatie van de doorsnee Nederlander en het verval van de verzorgingsstaat. In zijn 2000 artikel schetste Scheffer een ander beeld dan het door Scheffer heimelijk bedoelde “het zal zo´n vaart niet lopen”.

Wat de gevolgen daarvan zijn, kan men zien in de nabije en verre buurlanden van Nederland. Bijvoorbeeld in het Duitsland van Merkel, Frankrijk van Macron, Verenigd Koninkrijk van May, het socialistische Zweden en in België. De roep om een multiculturele samenleving heeft in die landen door een ongecontroleerde opname van islam georiënteerde bevolkingsgroepen geresulteerd in een groei van no-go zones; toepassing van de beginselen van de sharia; beperking van de vrijheid van vrouwen; molesteren van homoseksuelen en niet-islamitische vrouwen en het sanctioneren van het uitvoeren van de beginselen van de Sharia door westerse rechtbanken. Het samengestelde product? explosieve groei van criminaliteit, Salafisme, Jihadisme en terrorisme.

Grenzen, begrenzing en beperking

Om de laatste editie van zijn nieuwste boek “de Vorm van Vrijheid” (2017) onder de aandacht van de lezer te brengen, heeft Scheffer op 22 september een interview gegeven aan Jeannette Kras (www.welingelichtekringen.nl). In een recensie over het boek staat:

Scheffer denkt na over de waarde en betekenis van grenzen. Naar aanleiding van de vluchtelingencrisis, het vertrek van de Britten uit Europa en de muur die Trump wil bouwen aan de Mexicaanse grens, heeft Scheffer zijn ideeën geordend en verder uitgewerkt. Voor hem bestaat er geen vrijheid zonder vorm: een open samenleving kan niet functioneren zonder een grens. Dat is de enige manier om burgerrechten en solidariteit te garanderen. Gebruikmakend van geschiedenis, filosofie, geografie en sociologie analyseert Scheffer hedendaagse problemen als migratie, protectionisme en terrorisme. Daarbij trekt hij ferme conclusies over de toekomst van Europa”.

Het boek maakt dus duidelijk dat Scheffer een voorstander is van grenzen, begrenzingen en beperkingen. Dat komt in het interview duidelijk tot uiting. Een paar uitspraken uit het interview onderstreept die vaststelling:

“we moeten ook de bittere waarheid onder ogen durven te zien dat er voor de overgrote meerderheid van die jongens geen toekomst is in Europa. De meesten zullen op onze arbeids­markt geen duurzame plek kunnen veroveren…..achter de getallen moet je de mensen blijven zien, maar evengoed moet je achter de mensen de getallen blijven zien. Daar zit natuurlijk een enorme spanning. Maar ik wil niet voor het morele gemak met de onwaar­achtige oplossing komen dat Europa al die mensen dan maar moet binnenlaten. De optelsom van al die individuele ambities en terechte verlangens is iets waarop Europa niet zomaar snel een antwoord kan bieden…. De slotsom is dat als de globalisering niet kan worden getemd, de democratie het gaat afleggen tegen de roep om veiligheid. Anders gezegd: de vrijheid vraagt om een vorm. Regulering van vooral de financiële sector, de interneteconomie, internationale migratie en multinationale ondernemingen zal bepalen of een nieuw sociaal contract mogelijk is..”

In het artikel accentueert hij ook de importantie van een ander aspect van begrenzing nl. plaatsgebondenheid bij de Europese burger in het algemeen.

“..We gaan er te snel van uit dat we allemaal geglobaliseerde wereldburgers zijn. Niet dus. Je moet je eens de eenvoudige vraag stellen: ‘Waar wonen mensen?’ Het antwoord is ontnuchterend: zeven op de tien Fransen woont in de regio waar ze geboren zijn. Zestig procent van de Britten woont op minder dan dertig kilometer van de plek waar ze op hun veertiende woonden. Uit de Global Connectedness Index van DHL blijkt dat Nederlanders 6.500 keer meer naar het binnenland bellen dan over de grenzen heen. Ook het gebruik van Facebook verloopt voor 90 procent in de eigen taal en met mensen binnen onze onmiddellijke nabijheid. We denken, handelen en communiceren nog erg plaats­gebonden…. een samenleving moet altijd een evenwicht nastreven tussen datgene wat plaatsgebonden is en wat er in beweging is. Die breuklijn tussen het vlottende en het vaste verklaart heel veel samenlevingsproblemen en het blijft me verbazen dat we over dat gegeven zo weinig nadenken.”

Het primaat van de werkgever

In het interview spreekt Scheffer zijn verbazing uit dat arbeidsmigratie door de jaren heen aan een belangengroep is overgelaten:

 “Wij laten de arbeidsmigratie over aan slechts een belangengroep: de ondernemers. Dat kan toch niet! Waar zit de vakbeweging? Waar zijn de politici? Ze lijken hun schouders op te halen, waarmee ze willen zeggen: migratie, dat komt op ons af en daaraan kunnen we toch niets doen. Die zogenaamde machteloosheid: die kom je trouwens ook op andere domeinen tegen”.

Op zich is dat noch een nieuwe noch een verrassende kanttekening. Toen in de jaren ’50 en ’60  het kapitaal regeerde, functioneerde de overheid al als een verlengstuk van de werkgever. Dat kwam vooral tot uiting in het vaak klakkeloos overnemen van voorstellen en een soepele benadering van werkgevers en migranten die in de fout gingen. Daarbij ontbrak het aan consistente controle op de uitvoering. Werkgevers bepaalden in die periode de omvang van de migranteninstroom en hamerden voortdurend op het Nationale Belang van migratie. In die periode waren er twee notoire dwarsliggers nl. vakbonden (die vooral het laag opgeleide segment van de autochtone bevolking vertegenwoordigden en herhaaldelijk wezen op de noodzaak van een restrictief beleid) en het Nederlands Centrum Buitenlanders, de koepel organisatie van migranten (die voortdurende streefde naar de introductie van een wervingsstop om de kansen van de reeds in Nederland verblijvende gastarbeiders niet aan te tasten/te verminderen). Opmerkelijk genoeg leek het of werkgevers van de Regering een carte blanche voor hoog opgeleiden hadden gekregen, maar voor laag opgeleiden stevige verbale gevechten moesten voeren met vakbonden en ministerie van Sociale Zaken. In de jaren ’60 concludeerde de gemiddelde Nederlander al dat “migrantenwel graag werk willen, maar in de eerste plaats genieten van alle voorzieningen”.

De crisis in de jaren ’70 maakte het migratieprobleem voor de verzorgingsstaat helder. Veel laaggeschoolden m.n. gastarbeiders raakten werkeloos en de kosten die daaraan verbonden waren, verschoven opeens van werkgever naar Staat. Omdat de druk op de collectieve voorzieningen groeide, kreeg het CBP opdracht om een overheidsonderzoek naar de economische gevolgen van arbeidsmigratie te doen. In zijn eindrapport concludeerde het CBP dat een groeiend volume migranten zou dwingen tot uitbreiding en verdieping van collectieve voorzieningen (extra huisvesting, scholing, ambtenaren) en zou resulteren in een verhoogde belastingdruk. In tegenstelling tot het jarenlang benadrukken van het nationale belang door de werkgevers, constateerde het CBP dat migratie geen macro-economische voordelen opleverde voor de samenleving als geheel, wel voor bepaalde segmenten. Hoewel migratie op korte termijn voor bepaalde ondernemingen gunstige effecten had, kon op de langere termijn de aanhoudende instroom van goedkope(re) arbeidskrachten leiden tot verlies aan gemotiveerdheid bij bedrijven om diepte investeringen te doen.[8]. Volgens het CBP was het bijna 50 jaar geleden al duidelijk dat arbeidsmigratie de lobby van werkgevers voor goedkope arbeidskrachten symboliseerde. Ook werd in het rapport de problematiek van gezinshereniging onderkend. Hoewel de sociale aanvaardbaarheid (vooral bij politici van migratie ondersteunende partijen en hulpverleningsstructuren) groot was, zouden de economische gevolgen negatief zijn. Het rapport bevestigde – weliswaar niet met zoveel woorden – dat migratie niet echt een nationaal belang is, gezinshereniging resulteert in een verhoogde druk op de collectieve voorzieningen en een bruikbaar remigratiebeleid allang op de schappen van het Binnenhof had moeten liggen.

De conclusies lezend van een CBP rapport van ruim 40 jaar geleden, moet men zich afvragen waarom Buma tijdens de APB met veel aplomb de regering dwingend verzocht om een nieuw onderzoek naar de migratieproblematiek te laten doen. Ga eerst de beschikbare informatie bestuderen of lees de boeken van Fortuyn, Bolkestein of Scheffer.

Canada als voorbeeld

Scheffer onderstreepte in het interview hoe de benadering van de migratie problematiek er ook zou kunnen uitzien. Hij haalt het Canada model aan, waarin planning en een lange termijn perspectief belangrijke uitgangspunten zijn:

Dat land gaat al jaren erg planmatig te werk als het over migratie gaat. Canada bepaalt elk jaar hoeveel arbeidsmigranten nodig zijn en over welke kwalificaties ze moeten beschikken. Ook de humanitaire verplichting wordt er heel duidelijk en kwantitatief gedefinieerd: hoeveel asielzoekers kunnen jaarlijks naar Canada komen? En hoe zorgen we ervoor dat we de meest kwetsbare vluchtelingen opnemen….Het is mijn sterke overtuiging dat naarmate we meer voorspelbaarheid en langetermijnperspectief in het migratiebeleid brengen, mensen ook meer geneigd zullen zijn om dat beleid te aanvaarden. Voorspelbaarheid zorgt voor rust. Als je vorm kunt geven aan je toekomst, is een samenleving beter in staat om veranderingen te dragen.”

Bestuderen en concipiëren

De morbide manier waarop de politiek met de migratieproblematiek omgaat is duidelijk aan het licht gekomen bij de afhandeling van twee Armeense tieners en een kraakrecidivist. Beide oplossingen ademden een sfeer van opportunisme en emotionele pressie uit. Het is kenners buiten de politieke bubbel in Den Haag al 40 jaar duidelijk wat de gevolgen zijn van het niet nemen van beslissingen. Wanneer politici zich eens niet laten sturen door activistische bewegingen, maar zich buigen over de haalbaarheid van aanbevelingen en adviezen die in de ruim aanwezige rapporten en boeken staan die sinds de jaren ´70 het levenslicht hebben gezien, dan kan een stevig migratie beleid op tafel komen. Tenzij daartoe de politieke bereidheid ontbreekt. Dan moet die politieke elite ook niet meer het argument “dat mogen en kunnen we onze kinderen en kleinkinderen niet aandoen” gebruiken dat tot vervelends toe bij milieudiscussies op tafel wordt gegooid. Het is inmiddels bij de doorsnee Nederlander allang duidelijk dat nationale moslim bevolkingsgroepen en islamitische georiënteerde migranten met instemming en toestemming van politici, politie en openbaar ministerie het omvolkingsproces allang hebben gestart.

Het pompen had dertig jaar geleden al moeten beginnen en daarom zitten we nu in de verzuipende fase.

————————————————

[1] “household income from foreign economies arising mainly from the temporary or permanent movement of people to those economies… include cash and noncash items that flow through formal channels, such as via electronic wire, or through informal channels, such as money or goods carried across borders. They largely consist of funds and noncash items sent or given by individuals who have migrated to a new economy and become residents there, and the net compensation of border, seasonal, or other short-term workers who are employed in an economy in which they are not residents”

[2] Any person who owing to well founded fear of being persecuted for reasons of race, religion, nationality, membership of a particular social group or political opinion, is outside the country of his nationality and is unable or, owing to such fear, is unwilling to avail himself of the protection of that country; or who, not having a nationality and being outside the country of his former habitual residence as a result of such events, is unable or, owing to such fear, is unwilling to return to it”

[3]persons or groups of persons who have been forced or obliged to flee or to leave their homes or places of habitual residence, in particular as a result of or in order to avoid the effects of armed conflict, situations of generalized violence, violations of human rights or natural or human-made disasters, and who have not crossed an internationally recognized State border

[4] “a person who is to be engaged, is engaged, or has been engaged in a remunerated activity in a State of which he or she is not a national”

[5] “any person who changes his or her country of usual residence, that is in which the person has a place to live where he or she normally spends the daily period of rest… people travelling abroad temporarily for purposes of recreation, holiday, business, medical treatment or religious pilgrimage3 should not be included in the international migrant group, as these cases do not imply a change in the country of usual residence” Er wordt door de UN onderscheid gemaakt in korte termijn (3 maanden tot een jaar  en lange termijn migranten (langer dan 12 maanden)

[6] “the recruitment, transportation, transfer, harbouring or receipt of persons, by means of the threat or use of force or other forms of coercion, of abduction, of fraud, of deception, of the abuse of power or of a position of vulnerability or of the giving or receiving of payments or benefits to achieve the consent of a person having control over another person, for the purpose of exploitation. Exploitation shall include, at a minimum, the exploitation of the prostitution of others or other forms of sexual exploitation, forced labour or services, slavery or practices similar to slavery, servitude or the removal of organs”

[7] “the procurement, in order to obtain, directly or indirectly, a financial or other material benefit, of the illegal entry of a person into a State Party of which the person is not a national or a permanent resident… “Illegal entry” shall mean crossing borders without complying with the necessary requirements for legal entry into the receiving State”

[8] In 2012 wordt een soortgelijke stelling tijdens debatten en discussies voortdurend herhaald, waardoor ze een soort absolute juistheid krijgen.

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Benedict Broere
5 jaren geleden

“… het Duitsland van Merkel, Frankrijk van Macron, Verenigd Koninkrijk van May, het socialistische Zweden en in België. De roep om een multiculturele samenleving heeft in die landen door een ongecontroleerde opname van islam georiënteerde bevolkingsgroepen geresulteerd in een groei van no-go zones; toepassing van de beginselen van de sharia; beperking van de vrijheid van vrouwen; molesteren van homoseksuelen en niet-islamitische vrouwen en het sanctioneren van het uitvoeren van de beginselen van de Sharia door westerse rechtbanken. Het samengestelde product? explosieve groei van criminaliteit, Salafisme, Jihadisme en terrorisme.” Hoe pleegt cultuur zelfmoord? Wankelt het van de ene geschiftheid naar de andere krankzinnigheid? March of Folly, Barbara Tuchmann; Callapse, Jared Diamond.